Kaaiplein

De Kaai was de centrale plaats in het dorp waar de overlevenden uit het dorp naar toe kwamen. In café Tonnekreek op Kaai 10 kon men zich laten registreren als overlevende. In café van Vliet op Kaai 16 en café de Weert op Kaai 1 werd onderdak geboden aan mensen die geen onderdak meer hadden. Onder andere het biljart werd gebruikt als slaapplaats zodat men op toerbeurt een beetje kon uitrusten. Het gemeentehuis was het crisiscentrum van waaruit de hulp en evacuatie gecoördineerd werd.

Om de elektriciteit weer op gang te krijgen werd een noodstroom aggregaat op de Kaai geplaatst en de nodige noodstroom verbindingen gemaakt. De tekst op het aggregaat is veelzeggend.

Er werd in maart een noodbarak gebouwd dat als kantine ging functioneren. Deze werd geschonken door de gemeente Haarlem.

Er werd een landingsplaats voor de helikopters aangewezen, langs de haven bij het handelsterrein.

Zo kwam de hulp langzaam maar zeker op gang. Vooral de communicatie was een groot probleem. De telefoonverbinding met het vaste land werd zo snel mogelijk hersteld door de PTT. Op onderstaand kaartje zijn de verbindingen van toen te zien. De lijn van Middelharnis naar Rotterdam was zwaar beschadigd. Verder liep veel communicatie via de radioverbinding van de militairen. Op 6 februari werd hulp gevraagd van het Amerikaanse leger en op 7 februari vertrok een eenheid uit Parijs om de radiocommunicatie in het rampgebied op gang te brengen.

Achter de huizen op de Kaai in de Molenpolder was een enorme ravage van opgestuwd wrakhout van de huizen en schuren die waren verwoest in de Molenpolder.