Begraafplaats
Het massagraf
De vele slachtoffers werden naar Garage Tuns gebracht en daar, waar mogelijk, geïdentificeerd. Deze garage bevond zich toentertijd op de Oostdijk-Heerendijk. Tijdens de ramp stonden zowel de algemene als de katholieke begraafplaats onder water. Er was dus een plaats nodig om de slachtoffers te begraven. De slachtoffers zijn uiteindelijk begraven op het massagraf. Van de in totaal 3.100 inwoners van Oude-Tonge overleefden 305 mensen de Watersnoodramp niet. Daarmee is het de zwaarst getroffen dorp in het rampgebied, Zeeland en West-Brabant inbegrepen.
Er liggen 312 slachtoffers begraven, 305 uit Oude-Tonge en 7 uit Nieuwe-Tonge. 11 slachtoffers waren dermate onherkenbaar en met de beschikbare middelen in het rampgebied van 1953 niet meer te identificeren. Zij liggen als “onbekend” begraven. Op vrijdag 6 februari werden de eerste 30 slachtoffers begraven.
Via een modderig karrenspoor werden de slachtoffers naar hun laatste rustplaats gebracht.
De slachtoffers werden in het begin geborgen door mannen (vaak jongemannen) uit het dorp die achtergebleven waren om hulp te verlenen en te beginnen met het opruimen van de enorme ravage. Later werden zij geholpen door de politie die als extra hulp naar het dorp waren gekomen. Het heeft maanden geduurd voordat alle slachtoffers gevonden waren. Een aantal van de slachtoffers was niet meer te identificeren en ligt hier als “onbekend” hier begraven.